Paragraaf 1: Niet één maar drie breinen

Paragraaf 1: Niet één maar drie breinen

Paragraaf voortgang:

Het begint allemaal in ons hoofd. Onze hersenen bestaan uit verschillende delen die elk hun eigen karakter hebben. We hebben eigenlijk niet één brein, het zijn er maar liefst drie. En afhankelijk van welk brein er aanstaat koop je iets wel of koop je iets niet. Als je gaat begrijpen en voelen wanneer de koopknop wordt ingedrukt, kun je jouw cliënt helpen, zodat deze bewuster kan kiezen waar hij of zij de euro’s aan uitgeeft. Of juist niet aan uitgeeft. Want niet uitgeven is net zo goed een keuze.

Elk brein heeft een eigen taak en eigenschappen (Paul MacLean, The Triune Brain in Evolution (1990). Ons oudste brein, dat vooral bestaat uit de hersenstam is het reptielenbrein. Dit brein is zo’n 500 miljoen jaar oud en heeft maar één doel: overleven.

Daar omheen groeide vervolgens ons emotionele brein dat ervoor zorgt dat we ons sociaal gedragen en dat we ervaringen onthouden en ervan leren. Ons allerjongste brein is het denkende brein. Dit gebruik je om na te denken, je impulsen te beheersen en te leren.

Je kunt de verdeling van de drie breinen visualiseren door een vuist te maken met je hand. De pols staat voor het reptielenbrein. Het is de hersenstam die vastzit aan het ruggenmerg. Het handkussen kun je zien als je emotionele brein. En de vingers die daar als een soort overkapping overheen liggen staan voor het denkende brein. Dat is het allernieuwste deel, de grijze massa die verdeeld is in een linker- en rechter hersenhelft. Dit deel denkt na en maakt bewuste doordachte keuzes. Hoe dieper of lager je gaat in het brein hoe meer je ‘wordt geleefd’ door automatisch onbewust gedrag. Dus ben jij baas in je eigen brein? Nee, 95% van ons gedrag gebeurt doorgaans onbewust. Kan iemand meer baas worden in eigen brein? Jazeker, als hij of zij meer tijd doorbrengt in je denkende brein, de prefrontale cortex.

Je gebruikt vaak je ‘lagere breinen’. Zodra er een dreiging is volgt er een reflex: vechten, vluchten of bevriezen. Als je uit je ooghoek ineens iets ziet en je springt weg, dan is dat goed. Anders lag je onder een auto. Er er zijn ook een heleboel situaties in het leven waarin het helemaal niet prettig of zinvol is om in je overlevingsmodus te blijven hangen.

Dan is het zaak om het denkende brein aan te zetten. Om de situatie vanuit verschillende hoeken van een afstandje te bekijken. Om zelf datgene waar iemand zo sterk op reageert te bezien. Om daarover na te denken en op basis van het instinct, gevoel én gedachten een keuze te maken hoe iemand ermee omgaat. We gaan per brein kijken wat de functie ervan is en waar dat brein behoefte aan heeft.

Waar Reptielenbrein (25%) Emotionele brein (70%) Denkende brein (5%)
Hoofdvraag BEN IK VEILIG? BEN IK GELIEFD? WAT KAN IK LEREN?
Fysiek Hersenstam en cerebellum Limbisch systeem Neocortex
Doel Overleven en voortplanten Overleven en voortplanten Leren en anticiperen
Wat Ademen, hartslag, doorbloeding, lichaamstemperatuur, slapen Alarmcentrale: Pijn vermijden Logisch nadenken
Hoe Seks, eten en drinken, genot boven pijn Opslagplaats informatie
Emotieherinneringen / ervaringen
Abstraheren, plannen, organiseren, fantaseren, probleemoplossend
Reactie Vechten, vluchten of bevriezen Vechten, vluchten of bevriezen Nadenken, terugkijken en vooruitkijken
  Onbewust
Automatische pilot
Onbewust
Automatische piloot
Bewust
  Impulsief / reactief Impulsief / reactief   Impulsbeheersing pro actief
Termijn Hier en nu

 

Hier en nu

Verleden, heden, toekomst
  Korte termijn keuzes Korte termijn keuzes Lange termijn keuzes
Context ‘Zijn’ Erbij horen, sociale binding, gewoonten Identiteit en aanpassingsvermogen

 

In de volgende paragraaf gaan we hier verder op in.