Paragraaf 2: Overwegen

Paragraaf 2: Overwegen

Paragraaf voortgang:

In de voorbeschouwing kun je nog niet met je cliënt aan de slag gaan om de financiële situatie op te lossen. Maar wanneer jouw cliënt begint om te overwegen om aan een oplossing te gaan werken, ontstaat er meer ruimte om alle punten voor en tegen op een rij te gaan zetten.

Hoe merk je dat jouw cliënt daar aan toe is?

Hieronder volgen enkele voorbeelden:

  • Jouw cliënt zegt: “Misschien moet ik daar toch eens over na gaan denken.”
  • Je ziet jouw cliënt nadenkend omhoog kijken. Onderzoek altijd wel of jouw cliënt inderdaad hierover nadenkt. Dit kan natuurlijk ook ergens anders over gaan.
  • Jouw cliënt laat iets vallen, bijvoorbeeld over de auto: “Misschien moet ik er toch eens over nadenken om de auto weg te doen.” Dat is een signaal dat je cliënt aan het nadenken is over financiële verandering.

Wat kun je doen, wanneer je merkt dat jouw cliënt aan het overwegen is?

  • Kijk samen eens vooruit. Wat zou er gebeuren wanneer je niets doet?
  • Onderzoek samen wat de voordelen zouden zijn van het werken aan de eigen financiële situatie. Wat zou dit jouw cliënt op kunnen leveren?
  • Bespreek samen welk concreet hulpaanbod voor de cliënt passend zou kunnen zijn en wat dit betekent.
  • Laat de cliënt uiteindelijk zelf de keuze maken. Zet hier geen druk op.