Vaak worden belemmerende overtuigingen, als een hete aardappel, van generatie op generatie doorgegeven. Dat zijn familieovertuigingen. Het is aan jouw cliënt wat ze met die hete aardappels willen doen. Vasthouden of loslaten. Hun overtuigingen spelen veelal onbewust mee in het leven. In die zin dat jouw cliënt ze voor waar aanneemt.
Een voorbeeld hiervan is dat de familie van jouw cliënt de volgende boodschap heeft: ‘Wij zijn geen ondernemers. Dat zijn van die gladde glippers die snel geld verdienen. Die vertrouwen we niet. Wij werken tenminste voor ons geld’.
Tja, wat doet deze boodschap met jouw cliënt als ze diep in haar hart een online webwinkel wil beginnen? De meeste mensen zullen het idee in eerste instantie diep wegstoppen. Een baan kiezen die wel zekerheid biedt maar ongelukkig maakt. Om uiteindelijk veel later alsnog te gaan ondernemen.
Komt jouw cliënt uit een familie waar de norm is: ‘Je moet keihard werken om geld te verdienen en zuinig zijn. Dan gaat het een uitdaging voor ze zijn om te genieten van het geld dat ze verdienen.
Mocht er thuis weinig geld zijn geweest vroeger bij jouw client en hun vader of moeder rookte door, dan is de kans groot dat ze het gevoel krijgen dat ze niet de moeite waard zijn om geld aan uit te geven. De keuze gaat naar een pak sigaretten en niet naar hen. De overtuiging die ontstaat is: ‘Ik ben het niet waard’. Die lage zelfwaarde zie je vervolgens vaak terug in een te laag salaris. En dat is doodzonde. Hun verleden kun je niet veranderen, maar de overtuigingen wel. Daar gaan zij over. Als een overtuiging niet van hen is dan mogen ze die loslaten.